Blog: Parkeernormen anno 2017, voortrekkersrol Amsterdam?
De parkeerbehoefte van de bewoners van woningen wordt veelal bepaald op basis van parkeernormen die aanzienlijk hoger zijn dan het gemiddeld autobezit per huishouden volgens het CBS. Dit leidt ertoe dat ontwikkelaars en woningbouwcorporaties in stedelijke gebieden vaak met hoge kosten worden geconfronteerd voor het realiseren van gebouwde parkeervoorzieningen die vervolgens grotendeels leeg staan.
Door Martin Blankendaal (Spark)
Zo is het gemiddeld autobezit in Amsterdam bijvoorbeeld 0,50 personenauto’s per huishouden, maar staan in sommige bestemmingsplannen nog parkeernormen van 0,50 plaatsen per sociale huurwoning en 1,50 plaatsen per vrije sectorwoning. Voor de marktwoningen moeten dan dus drie keer zoveel parkeerplaatsen worden gerealiseerd als op basis van het werkelijk autobezit – gemiddeld over heel Amsterdam – nodig is. Dat leidt dus niet alleen tot leegstand, maar mogelijk ook tot een “selffulfilling prophecy”; doordat veel parkeerruimte beschikbaar is, is een belangrijke barrière voor het nemen van een (tweede) auto geslecht.
Recent heeft Amsterdam de concept Nota Parkeernormen Auto uitgebracht. Deze Nota bevindt zich momenteel in de inspraakperiode. Om ervoor te zorgen dat de stad bereikbaar blijft is er minder ruimte over voor parkeren op straat. Daarom zullen bij nieuwbouw bewoners en werknemers geen parkeervergunningen krijgen. De parkeerbehoefte moet worden gefaciliteerd in een parkeervoorziening die onderdeel uitmaakt van het nieuwe gebouw of in een bestaande, nabijgelegen parkeergarage. Ook worden parkeernormen toegepast die aansluiten bij het feitelijke autobezit. Op A- en B-locaties bedraagt de maximale parkeernorm één parkeerplaats per woning. Op A-locaties is er geen minimumnorm voor de woningen, op B-locaties is er geen minimumnorm voor sociale huurwoningen en varieert de minimumnorm voor vrije sectorwoningen van 0,1 tot 0,6 parkeerplaatsen per woning. Op C-locaties wordt maatwerk toegepast.
Ontwikkelaars en woningbouwcorporaties krijgen dus veel vrijheid in het bepalen van het aantal parkeerplaatsen dat ze realiseren en kunnen dit aantal daarmee goed afstemmen op de daadwerkelijke vraag. Leegstand van dure parkeergarages wordt voorkomen. Bewoners moeten op het moment dat ze een woning kopen of huren bepalen of een parkeerplaats noodzakelijk is omdat het niet mogelijk is later alsnog een vergunning te verkrijgen. Het is daarbij wel mogelijk dat ze later zelf in hun parkeerbehoefte voorzien door een plaats te kopen of te huren. Een bijkomend voordeel van deze Nota is dat bestaande stallinggarages van woningcomplexen die slecht bezet zijn alsnog kunnen worden benut, wat niet alleen de huidige eigenaren kosten kan besparen, maar ook het aantal te bouwen parkeerplaatsen kan reduceren.
In mijn optiek maakt Amsterdam een realistische keuze voor de toekomst. Wie volgt!?
- Like
- Opslaan