Blog: Herhaling uitspraak Hoge Raad over kentekenparkeren?
Ja, recent weer een uitspraak over kentekenparkeren. Dezelfde? Bijna wel, maar toch een belangrijk verschil. De Hoge Raad deed 26 februari jl. een uitspraak over kentekenparkeren met de strekking: een kenteken opgeven is niet nodig voor betaald parkeren. Deze uitspraak is grotendeels in lijn met eerdere jurisprudentie over dit onderwerp, maar heeft wel een andere invalshoek. What’s the difference?
Door Arie Pijp (Spark).
De casus
In deze zaak meldde de parkeerder zich via een app op haar mobiele telefoon aan op een plaats in de gemeente Amsterdam waar het kentekenparkeren is ingevoerd. Daarvoor bracht de provider parkeerbelasting en transactiekosten in rekening. Achteraf bleek dat de parkeerder via de app een ander kenteken had aangemeld dan de auto waarmee was geparkeerd. De heffingsambtenaar heeft een naheffingsaanslag parkeerbelasting opgelegd omdat niet voor het kenteken van de geparkeerde auto was betaald. Lees de hele uitspraak hier.
In deze uitspraak oordeelt de Hoge Raad dat het doen van een onjuiste aangifte parkeerbelasting door een verkeerd kenteken aan te melden geen reden is voor het opleggen van een naheffingsaanslag. In de wet is namelijk bepaald dat alleen kan worden nageheven wanneer de verschuldigde belasting niet is betaald. In deze zaak heeft de parkeerder wel betaald voor het parkeren. ‘Dat dat niet voor de juiste auto was zoals de gemeente meende, doet daaraan niet af’, aldus de Hoge Raad.
De interpretatie
Deze uitspraak volgt de lijn in eerdere uitspraken: betaald is betaald, ongeacht het kenteken. In de eerdere situaties betrof het echter feiten met betrekking tot de kentekeninvoer op de automaat. Deze invoer was bedoeld of onbedoeld foutief. Hoewel de parkeerders op basis van de voorschriften in de betreffende gemeente (Amsterdam) het juiste kenteken hadden moeten invoeren, oordeelde het hof dat de gemeente ten onrechte de naheffingsaanslagen heeft opgelegd. Immers parkeerbelasting die is betaald, kan niet worden nageheven.
De rechter stelt dat het onjuist of niet invoeren van een verplicht kenteken gelijk is aan het indrukken van het verkeerde parkeervak bij de historische vakkenautomaat. De uitspraak van de Hoge Raad van 26 februari jl. rekt deze vergelijking nu verder op naar de apps van providers van mobiel parkeren. Feitelijk wordt nu ook de app hier vergeleken met de veredelde parkeermeter.
Impact voor gemeenten
Had de eerdere uitspraak (zie mijn toelichting hier: ‘Kan digitalisering van parkeren de prullenbak in?’) vooral consequenties voor gemeenten die kentekenparkeren op de parkeerautomaat hadden ingevoerd, deze uitspraak heeft gevolgen voor alle gemeenten waar mobiel parkeren mogelijk is, of waar gebruik gemaakt wordt van digitale visiteregelingen op kenteken.
Gemeenten moeten er rekening mee houden dat een bezwaar gegrond verklaard zal moeten worden als de parkeerder aangeeft en aantoont (!) wel betaald te hebben voor het parkeren, maar bij aangifte een verkeerd kenteken te hebben gebruikt. Hier zit een mogelijkheid tot misbruik in en gemeenten zullen goed moeten borgen dat dit misbruik vrijwel wordt uitgesloten. Heeft de handhaver namelijk het ‘verkeerde kenteken’ gedurende de tijd van het gekochte parkeerrecht aangetroffen/gescand, dan kan de gemeente het standpunt met rechte innemen dat hier sprake is van misbruik en het bezwaar afwijzen.
Verder is het verstandig dat gemeenten goed nadenken over de omvang van zones voor mobiel parkeren en visiteregelingen. Hoe kleiner de zones, hoe minder kans er is om misbruik te maken. Denk aan een aannemer die twee voertuigen de stad in laat gaan en maar een van deze voertuigen aanmeldt. Krijgt hij een naheffingsaanslag op het andere voertuig en is de zone zo groot dat beide voertuigen in dezelfde zone stonden dan is de kans ook groot dat het bezwaar gegrond verklaard moet worden. Bij kleinere zones is dit misbruik moeilijker en is de kans dat beide voertuigen door de handhavers gescand worden groter.
Privacy
Privacy First was blij met deze nieuwe uitspraak. Maar is in deze zaak nu eindelijk een uitspraak gedaan over de privacy-component van kentekenparkeren? Eerlijk gezegd is er nog steeds geen koppeling gelegd door de Hoge Raad met het onderwerp privacy. Dit betekent dan ook dat gemeenten nog steeds de invoer van een kenteken mogen eisen bij betaald parkeren. Sterker nog, op 15 december 2014 al heeft de rechtbank Noord-Holland in het openbaar wel uitspraak gedaan in een zaak over privacy en kentekenparkeren (zaaknummer ALK 13/2065). De eiser stelde hier dat “De vraag die de rechtbank dient te beantwoorden is of de door verweerder [gemeente Amsterdam] gekozen heffingstechniek, het kentekenparkeren, waarbij de parkeerder bij het doen van aangifte het kenteken van de auto waarmee hij parkeert moet invoeren, tot een ongeoorloofde inbreuk leidt op de privacy van eiser.” Daar stelde de rechter: “Van een ongeoorloofde inbreuk in de zin van artikel 8 Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens is onder deze omstandigheden geen sprake.”.
Toekomst
Voorlopig zal het nog niet afgelopen zijn met de vorming van jurisprudentie rond kentekenparkeren en privacy. Het is in ieders belang dat duidelijk wordt waar gemeenten zich aan moeten houden bij de verdere digitalisering van de parkeerketen. Voorlopig staat vast dat kentekenparkeren een mogelijkheid biedt om met name de efficiency van betaald parkeren te vergroten en hopelijk daarmee de kosten ervan te verlagen.
- Like
- Opslaan