Verover je plek!
Het zonnetje schijnt, de lucht is blauw en een groep dames zit druk kletsend in de auto. Op weg naar een sportwedstrijd en ik ben invaller. Er wordt nieuwsgierig aan mij gevraagd naar mijn baan.
Door Welmoed Rieff (Spark).
‘Ik werk bij een parkeeradviesbureau’, is mijn respons. ‘Ben verantwoordelijk voor de pr & communicatie’. En wacht de reacties geamuseerd af. ‘Parkeren?’ wordt er geroepen en een aantal fronsende wenkbrauwen kijken mij aan. Na al die jaren ben ik inmiddels gewend aan deze voor mij herkenbare reactie. En weet ik wat er gaat komen. ‘Is daar dan advies voor nodig?’ wordt er verbaasd vervolgd. ‘Je parkeert toch gewoon je auto?’ ‘En waarom is het altijd zo belachelijk duur?’ vraagt een ander. Dit vraagt om uitleg. Een heel heldere uitleg.
‘Parkeren is echt huge’, leg ik uit. Er gaat een hele wereld schuil, achter die ogenschijnlijk simpele parkeerplek.’ Ik kijk om me heen en zie tevreden dat ik hun aandacht heb. Dit zou best eens wat kunnen worden.
‘Ten eerste is die parkeerplek er niet zomaar. Daar komt een hoop bij kijken. Van aanbesteding, exploitatie tot aan beheer’, ga ik vol vertrouwen verder. Maar aan de wegdraaiende hoofden te zien merk ik dat de aandacht verslapt. Tough crowd.
Ondertussen naderen we de sportclub. En zien we dat het stampend druk is. De gebaande parkeerplaats is tot aan de nok toe gevuld met bolides. We rijden stapvoets verder, hevig speurend naar een vrij plekje.
‘Kijk’, vervolg ik. ’Om te beginnen is een parkeerplek van iemand. Een gemeente of bedrijf. En die plek is nooit gratis. Iemand moet voor dat stukje grond betalen. Jij of ik, of de eigenaar ervan. En is de ruimte schaars, tja, dan heeft dat invloed op het tarief.’ Ik ben ze kwijt.
Tijd voor een andere route. Ik besluit een voorbeeld in de strijd te gooien. Die dicht ligt bij de eigen beleving. Dat wil nog wel eens werken. ‘Stel je doet ‘s avonds boodschappen. En parkeert je auto in een parkeergarage. Er is verder geen kip te bekennen in de buurt. Waar zou deze garage volgens jullie aan moeten voldoen?’ De interesse is weer gewekt merk ik vrolijk op. En ik doe er nog een schepje bovenop. ‘Wil je je er bijvoorbeeld veilig voelen? Of dicht bij de ingang kunnen parkeren? Hoe breed moet de parkeerplek voor jou zijn?’ Ik raak op dreef.
Inmiddels neemt de olijke stemming in de auto andere vormen aan als we na 10 minuten nog altijd rondjes rijden om de auto kwijt te kunnen. De tijd dringt want voordat de wedstrijd begint wacht ons nog een stevige warming up. Bij voorkeur met de rest van het team uiteraard. Dat al ongeduldig op ons zit te wachten. Uit pure wanhoop rijden we de dichtstbijzijnde woonwijk in. Dat wordt een eind teruglopen naar de club.
‘Wat is het parkeren hier slecht geregeld’, foetert de bestuurster. ‘Als club weet je toch dat elk weekeinde hier hordes sportteams wedstrijden komen spelen en ergens moeten parkeren!’ Bingo. De perfecte case. ‘Nou ja,’ besluit ik mijn betoog. ‘Er is hier overduidelijk nog een wereld te winnen.’ En ga driftig op zoek naar mijn visitekaartje.
- Like
- Opslaan